Mijn eigen reis in 2012, exact in de voetsporen van mijn oom Piet uit Terneuzen die in Sumatra diende tijdens de politionele acties heb ik altijd als een verrijking ervaren. Bij de voorbereidingen met zijn fotoalbums, regimentsnummer, dat duiken in websites en archieven van Museum Bronbeek, ik had de hele route compleet. Kippenvel als je zijn naam ziet in Bronbeek met het schip waar hij mee voer. Regiment 3-3 Infanterie ‘Kota Agung’. Het voorwerk was eigenlijk ook een deel van de reis. De ‘blubbertrappers’. Zal hij wel verzonnen hebben want daar grapten wij in Terneuzen aan het strand ook altijd om.
Ze werden gestuurd voor de ‘beveiliging van Medan en de haven van Belawan’. Maar dat bleek ter plaatse een complete leugen. Ze moesten de mensen onderdrukken. En wie niet luisterde werd een kop kleiner gemaakt. Hij hield van de Indonesiërs, hun vriendelijkheid en gastvrijheid. En met grote tegenzin moesten ze vreselijk hard tegen hen optreden, want volgens onze regering moest er ‘gezuiverd’ worden.
Na zijn trip was hij nooit meer dezelfde. Ik zal onze leugenachtige regering en koningshuis dat nooit vergeven. Gelukkig is hij wel terug gekeerd naar zijn geliefde Indie en kon hij Indonesische maten terugvinden uit die tijd. Ze werden vrienden voor het leven. Hij hielp hen ook financieel en hun kinderen. Altijd dat schuldgevoel en spijt.
Ter plaatse was ook mijn reis in Sumatra emotioneel, op sommige plekken, jazeker. Zeker toen aan het einde van zijn leven alle angsten en trauma’s weer omhoog kwamen, dat herinnerde ik me ineens weer heel scherp. Zijn oude dag veelal verpest door kwade dromen en trauma’s.
Maar wat bij mij voor altijd blijft hangen is toch die twinkeling in zijn ogen als hij over de schoonheid van Sumatra sprak, altijd weer over de gastvrijheid van de mensen en de prachtige natuur en het heerlijke eten waar hij enorm van genoot.
Toen wij een dag of vijf onderweg waren, zaten we inmiddels bij het eiland Samosir en hadden net Parapat achter ons gelaten. Samosir is een klein eiland midden in een kratermeer. Lake Toba ontstond uit een vulkaanuitbrasting. De vulkaan Toba knalde 70.000 jaar geleden uit elkaar. Raar idee he dat we daar nu in dat meer gaan overnachten in een schattig hotelletje. Luxe is hier niet, alles is simpel maar dat past ook bij Sumatra.
Ik weet nog dat oom Piet vertelde over Parapat dat zij daar als zij ‘vrij’ waren in het weekend op verlof gingen. ‘Bij het Tobameer aan het water was het lekker koel’ zei hij. En het eten vond hij er heerlijk. Maar altijd was het allerbelangrijkst voor hem de vriendelijkheid van de Indonesische mensen.
We beklommen de trappen naar beneden naar de Sipisopiso waterval. Links kijk je dan uit over het Lake Toba en rechts stort het water naar beneden. Midden in de Batak hooglanden klettert het water afkomstig uit een kleine ondergrondse rivier 120 meter naar beneden.
Plots hoor ik geluid uit mijn tas. Het is mijn telefoon, al wandelend de trappen op lojkt hij over te gaan. Hij zit diep onderin mijn tas. Ik pak de telefoon en kijk naar het nummer. Mijn telefoon is het nummer van mijn oma aan het bellen. In Nederland. Ik ben er stil van. Want zij is een jaar daarvoor overleden.
Zij reist met mij mee. Zij weet dus dat ik hier ben. Zou zij oom Piet op een wolkje aanstoten en zeggen: kijk nou, zij geniet in Indonesië net zo veel als jij.
Wat mis ik haar. Tranen. Maar door die onzichtbare lijn weet ik dat we voor altijd verbonden zijn. Dat is wat zij hiermee laat zien. De stille kracht geeft mij altijd deze cadeaus. Iedere reis weer.
Het vervolg van de reis naar de jungle met orang oetans en dwars door Medan is ongelofelijk mooi. Waar zie je die dieren nog oog in oog, de eeuwenoude jungle en de multi culti stad Medan met het huis van Tjong a Fie, het hollandse Tip Top restaurant met bitterballen en aardappelsalade op het menu. Het bankkantoor van de voorloper van ABN AMRO bank, de Nederlandse Handelsmaatschappij.
Tijdens deze reis besloot ik mijn eigen tour operator te beginnen.
De rest is geschiedenis.

