Vandaag verlaten we het drukke toeristische Ubud en trekken naar de binnenlanden van Bali. Op weg naar het noorden, het plaatsje Munduk. Munduk is een heel klein dorpje op een van de hoogste punten van Bali. Het ligt tussen de vulkanen en meren.
Tijdens de tocht merken we al dat het onderweg steeds rustiger wordt. Ook voelt het wat frisser aan qua temperatuur omdat het hoger gelegen is. Het is overal groen met de prachtigste bloemen en tropische planten. De wegen zijn erg smal en als we iemand moeten passeren lukt dit maar net. Ook wordt er veel groente en fruit verkocht langs de kant van de weg omdat dit hier ook groeit. Het is een gezellig gezicht. Deze streek staat ook bekend om de kruiden die er groeien: kruidnagels, nootmuskaat, peper, rode peper en kaneel bijvoorbeeld.
We rijden steeds dwars door de rijstvelden met uitzicht op de vulkanen. Plotseling zien we een moeder met een kind zich wassen in een klein riviertje. Het is fascinerend om te zien. Ook is ze druk bezig om een heleboel kleding schoon te maken en te wassen. Het is alsof we terug in de tijd gaan. We vragen of we er een foto van mogen maken. De gids zegt dat dit kan en geen probleem is. Als we uitstappen en naar de badende mensen kijken knikken ze ons vriendelijk toe als we foto’s maken.
Als we verder rijden zien we steeds mensen die aan het werk zijn op de rijstvelden. Ze staan tot hun knieën in het modderige water en planten de rijstplantjes een voor een. Als we naar ze zwaaien, doen ze dit onmiddellijk terug.
Uiteindelijk arriveren we in Jatiluwi. Dit zijn de mooiste rijstterrassen ter wereld en is door Unesco tot wereld erfgoed verklaard. Wij zien nu gigantisch veel rijstterrassen zo ver als we kunnen zien. Het is een adembenemend gezicht. De gids neemt ons mee voor een wandeling door de rijstvelden. Hij verteld dat de Balinezen al 500 jaar geleden hiermee begonnen zijn deze terrassen te maken. Ook zien we buffels die gebruikt worden om het land te bewerken. Het lijkt of we de middeleeuwen zijn binnen gestapt! Dit is echt het originele Bali! De gids verteld dat er veel aaltjes verscholen liggen in het water. Hij heeft ze als klein jongetje veel gevangen. Dit was hun enige bron van eiwitten. Als hij ze gevangen had beet hij hun kop eraf in zijn mond. Dit ging weleens mis en dan beet de aal in zijn lip!
Onze lunch is met een uitzicht over deze adembenemende terrassen.
Tenslotte arriveren we in ons hotel. Het is echt adembenemend mooi: ook het hotel ligt midden tussen de rijstvelden. Er staan een aantal villa’s midden tussen de palmen en de andere tropische begroeiing. Het zwembad heeft een prachtig uitzicht op de bergen en de vulkanen. Het voelt heel onwerkelijk hier te kunnen zijn. Het is net of we een droomwereld binnen stappen. Het is hier doodstil, je hoort alleen de kikkers en de krekels. Er is nauwelijks verlichting of entertainment in de omgeving. Dit voelt echt als het originele oude Bali. Hier verblijven we 3 nachten, dat gaat vast lukken!
Wouter en Ella Huizer, Rick, Robert en Karlijn
Pijnacker
Zomer 2018